Jarenlang hing De spiegel van Joost Swarte boven de schoorsteenmantel. Het is een geijkte plek voor een spiegel en daar speelden we mee. In de tekening van Swarte zien we een man zittend op een bank. Hij heeft een woeste blik in zijn ogen, zit verwoed te roken en trekt vertwijfeld aan zijn stropdas. Waar hij naar kijkt kunnen we niet zien. Maar tegelijkertijd zien we het wel. Achter de man bevindt zich een wandhoge spiegel, waar we een stel zien dansen. De vrouw heeft de man stevig om zijn nek geklemd en een andere conclusie dan dat ze elkaar zoenen is niet mogelijk. Verder naar rechts betreedt een kelner de ruimte met een fles champagne, terwijl er, zo zien we op de tafel voor de man op de bank, alleen maar bier gedronken is. De kelner ziet het dansende en zoenende stel en schat de situatie juist in: trouble!
Waar Swarte slechts een klein deel van de ruimte tekent, kunnen we het hele verhaal begrijpen via de spiegel. Daarbij is het perspectief van de tekenaar zo dat hij zelf niet wordt weerspiegeld.
Fotograaf Brassaï fotografeerde rond 1930 een verliefd stel in een klein café in Parijs. Hier niet één wand met een spiegel, maar twee. Brassaï koos voor een hoek van ongeveer 45 graden, waardoor hij het stel in het café zag, de man in een spiegel en de vrouw in de andere. De man zien we schuin op zijn achterhoofd, maar via zijn spiegelbeeld weten we toch hoe hij eruit ziet. De vrouw kunnen we wel in haar gezicht zien. Van haar is het juist de verliefde blik die nog een keer herhaald wordt.
Vanochtend besprak Hans Aarsman in De Volkskrant een foto van Véronique de Viguerie. Mijn eerste gedachte was hé, een spiegel. Het rare vertekende kader, de gedrongen gestalte van de vrouw met de stofzuiger, als je jaren naar Joost Swarte hebt gekeken is het nog niet zo gek.
Maar het slaat natuurlijk nergens op. De oude vrouw, de ronde tafel met het blauwe kleedje en de twee waterflessen ontbreken in wat het spiegelbeeld zou moeten zijn. En hoe is het mogelijk om in een spiegel de onderkant van wat waarschijnlijk een opklapbed is, te zien, terwijl dat zich overduidelijk achter de schuifdeuren bevindt? Maar juist door dat bed, dat de ruimte waar de ene vrouw aan tafel zit en de andere stofzuigt, in tweeën deelt, lijkt het alsof er een soort lambrisering is waar een spiegel op rust.
Het bewijst weer eens hoe kunst een referentiekader in het dagelijks leven kan worden.