Op het Cimitero Monumentale di Milano bevindt zich het graf van de familie Campari. Rijk geworden door de productie van het knalrode bittere aperitief mocht dat wat kosten. Op deze begraafplaats, waar je je kunt vergapen aan monumentale graven, is het Campari-graf een van de blikvangers. Dat komt door de voorstelling die erop te zien is: het laatste avondmaal, vrijstaand in brons en bijna levensgroot. Ik moest eraan denken toen ik pas in de abdijkerk van Berne het sacramentsaltaar zag met de voorstelling van het laatste avondmaal. Nu zijn er door de eeuwen heen heel wat laatste avondmalen geschilderd. De bekendste is uiteraard die van Leonardo da Vinci, maar ook de schilderes Plautilla Nelli werd al in de zestiende eeuw bekend met een laatste avondmaal.
Het Campari-graf is het enige driedimensionale laatste avondmaal dat ik ken. Verder ken ik alleen geschilderde voorstellingen. Het laatste avondmaal in Berne zit ertussen in. Het is een reliëf van geglazuurd keramiek. Het is niet beschilderd en als je goed kijkt, zie je vooral in het tafellaken de voegen die erop duiden dat het is samengesteld uit een groot aantal losse delen. Navraag leert dat het laatste avondmaal het werk is van Michaël van Helvert.
Geboren als Wilhelmus Antonius van Helvert kiest hij voor het kloosterleven bij de Norbertijnen in Heeswijk-Dinther in de abdij van Berne. Hij werkt als tekenleraar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs, geeft daarnaast ook kunstgeschiedenis en is actief als tekenaar, schilder en beeldhouwer. Behalve dat zijn altaar mij aan Campari deed denken, was er nog iets mee aan de hand. Op een of andere manier leek het niet te kloppen. Maar toch ook weer wel. En ineens zag ik het.
Geïnspireerd door de schilder Paul Cézanne begonnen tussen 1907 en 1909 Pablo Picasso en Georges Braque op een andere manier te schilderen. Picasso maakte portretten en Braque landschappen waarin iets vreemd aan de hand was. Schilderend op een plat vlak, zagen we de voorstelling uit verschillende hoeken. Picasso en Braque braken met de gangbare opvattingen over het lineaire perspectief. Dat was immers gebaseerd op een manier van weergeven die de kijkervaring niet volledig tot zijn recht liet komen. Vonden zij. En dus begonnen ze het object van hun schilderkunst samen te stellen uit fragmenten. Het kubisme was een feit.
Lang na Picasso en Braque maakte Van Helvert, geboren in 1912 en aan de Academie voor Schone Kunsten zijn opleiding voltooid in 1948, zijn Laatste avondmaal. En wonderlijk genoeg doet hij iets wat we kennen van het kubisme: verschillende perspectieven in één voorstelling. Bij Jezus en de discipelen ondervond Van Helvert geen problemen. Die zijn heel natuurlijk weergegeven. Anders is dat bij het tafelblad. Doorgaans is die tafel rechthoekig, maar bij Van Helvert heeft hij iets van een ellips. Waar we een groot deel van de voorstelling recht van voren zien, bekijken we de tafel in een hoek van boven. De beker met wijn die Jezus in zijn hand heeft zien we zelfs loodrecht van boven. Je kunt je afvragen of het een probleem is dat Van Helvert voor deze oplossing gekozen heeft. Ik denk het niet. Ik vermoed ook niet dat hij zich bewust op de beginselen van het kubisme heeft gebaseerd. Maar ik denk wel dat zijn spel met het perspectief de toeschouwer intrigeert en de aandacht langer vast houdt.
Geef een reactie