Uit het paradijs heet de tentoonstelling die nog tot en met 16 maart te zien is in Museum Krona in Uden. Kort samengevat gaat het over hoe je als mens op reis gaat en hoe je gelouterd weer thuis komt. Maar hoe zou het werk van de 250 jaar geleden geboren schilder Caspar David Friedrich daar in gepast hebben?
Der Wanderer über dem Nebelmeer is waarschijnlijk Caspar David Friedrichs bekendste schilderij. Het toont een man die vastberaden op een bergtop staat en uitkijkt over de mist die lager, tussen de andere bergtoppen hangt. Ik snap dat met alle aandacht die Friedrich dit jaar krijgt, een bruikleen aan Krona onmogelijk maakt. Maar alleen al de titel zou een plek in Uden rechtvaardigen. Der Wanderer, de reiziger die zich nietig voelt in de natuur en die voortdurend in botsing komt met de elementen, hoe louterend wil je het hebben.
Nu is een wanderer iemand die zonder vastomlijnd doel door de wereld beweegt. In die zin voldoet Guido van der Werve, van wie Nummer 8 in Uden te zien is niet aan de definitie. Hij loopt over het poolijs, met vlak achter zich een gigantische ijsbreker. Bij Van der Werve komt de dreiging niet van de natuur, maar van de techniek waarmee je de natuur klein kunt krijgen. Tegelijkertijd zou je die ijsbreker ook symbolisch kunnen beschouwen, als een gigantisch zeemonster, waarnaast de mens zich dan weer nietig voelt. Dat Van der Werve die dreiging schijnbaar negeert en onverstoord blijft lopen, toont zijn vastberadenheid. Waarmee hij toch vergelijkbaar is met Friedrichs Wanderer.
Een ander beroemd werk van Caspar David Friedrich is Das Eismeer. We zien een verzameling grillige ijsschotsen, eigenlijk zoals je die zou verwachten achter Van der Werves ijsbreker. De techniek heeft daar de ijszee vernietigd. Nu kan dat wel, maar in Friedrichs tijd nog niet. Daar was het kruiend ijs de baas. Aan de rechterkant in het midden herkennen we de zwarte achtersteven van een zeilboot. In de strijd met de elementen heeft de mens daar het onderspit moeten delven. Van der Werve laat zien dat de rollen inmiddels zijn omgedraaid. Zijn ijsbreker is de elementen de baas. Maar uiteindelijk is hij natuurlijk zelf, terwijl hij die enorme dreiging tart, de baas. Zowel bij Friedrich als bij Van der Werve gaat het over de nietigheid van de mens. Bij Friedrich wint de natuur, bij Van der Werve is de mens triomferend. Of je dat inzicht en die vooruitgang ook moet duiden als louterend, is weer een andere vraag.
Geef een reactie